Vandaag vier ik een bizar soort jubileum. Ik ben 2 jaar ziek. Tenminste, op deze datum 2 jaar geleden ging ik nietsvermoedend naar het ziekenhuis met schouderklachten en kwam de ellende aan het licht.
Ik ben op dit moment in een stilteretraite retraite bij Hof van Kairos in Twente. Een prachtige plek met een mooie tuin waar we met een groep van 10 mensen met kanker ons laten vertroetelen en verzorgen in stille verbinding. We wandelen, mediteren, doen yoga, zijn creatief bezig en we eten vooral heel erg lekker. Er is een fantastische kokkin die elke dag allerlei gezonde traktaties op tafel zet. Salades, soepen, gezonde brownies etc. Het is niet alleen maar feest want het is ook confronterend en pittig. Omdat je in stilte bent, en geen afleiding hebt, voel je meer. Dus ook je angst, verdriet en frustratie komt voorbij. Het is geen hele strenge stilteretraite dus er wordt ook wel gepraat. Tijdens de groepssessies maar soms ook even tussendoor omdat je toch nieuwsgierig bent naar elkaar.
Ik heb dat niet bewust op deze datum gepland. Ik besefte het pas later. Maar het is een mooi moment om toch even stil te staan bij wat er allemaal is gebeurd. Het eerste jaar ziek zijn stond vooral in het teken van overleven, letterlijk. Tijdens de opname ben ik erg ziek geworden en kwam ik voor mijn gevoel als een oud vrouwtje weer thuis. Het was een lange en zware weg om weer op te krabbelen. Ik denk dat heel veel mensen er geen idee van hebben hoe het voelt als je wereld instort en je niets meer kan en dan toch elke dag er maar weer voor gaan. De ene keer wat beter en met meer zin dan de andere.
Het tweede jaar stond meer in het teken van met de ziekte leren om te gaan en mijn draai weer een beetje proberen te vinden. Ik werk niet meer dus ik heb niet zoveel te doen. Ik verveel me ook niet, dat nooit. Ik heb soms toch nog het gevoel dat ik tijd tekort heb. Maar dat komt ook omdat ik een deel van de dag in bed doorbreng. Dat maakt mijn dag korter. Mijn leven is eigenlijk heel eenvoudig geworden. De hond moet uitgelaten worden en er moet iets te eten op tafel komen. Het grootste deel van mijn energie gaat daar in zitten. Als ik een dagje wegga of iets leuks wil doen, moet ik de dag erna vrij houden om bij te komen. Is niet altijd nodig maar ik heb te vaak iets af moeten zeggen en dat vind ik vervelend, ook al heeft iedereen er alle begrip voor.
Maar toch, ondanks dat ik 2 jaar leef met deze rotziekte, heb ik het nog steeds niet geaccepteerd. Ik probeer zo gewoon mogelijk te leven en ik probeer ‘gewone’ mensen bij te houden. Maar dat lukt niet. En het hoeft ook niet. Ik mag wel wat liever voor mezelf zijn, dat kwam tijdens de retraite ook naar voren. Ik vind het nog steeds lastig om om hulp te vragen. Ik vraag pas hulp als ik zelf 110% gegeven heb. Maar het zou beter zijn als ik bij 90% aangeef dat iets niet lukt of misschien nog wel eerder. Ik hoef niet het beste meisje van de klas te zijn, hier al helemaal niet. Ik hoef niet alles te kunnen. Ik ben ziek. Mijn lijf is ziek. En moe. Dus waarom dan toch altijd maar doordraven? Wat zou ik mijn beste vriendin adviseren? Doe er nog maar een tandje bij, of zoals we hier in Groningen zeggen, kop der veur! Nee natuurlijk niet. Doe maar even rustig aan. Luister naar je lichaam. Ik kreeg laatst een kaartje van iemand. Wees liever dan lief voor jezelf. Dat is een mooie intentie voor jaar nr 3. Ik weet nu al dat deze zal staan in het teken van persoonlijke ontwikkeling oftewel mijn mentale shit (nog meer) aangaan. Want ik dacht dat ik er al was. Ik heb heel wat sessies gehad en op het gebied van leren leven met kanker was dat klaar. Maar er zijn nog meer stukken om aan te werken. Wat dat betreft gun ik iedereen zo’n ervaring. Dat je echt even tijd en ruimte hebt om jezelf af te vragen; hoe zit ik er eigenlijk bij? Veel mensen zijn bang voor hun emotionele bagage. We stoppen dit het liefst diep in onze rugzak en slepen het braaf van hot naar her. Af en toe gaat de rugzak even open om er iets nieuws in te stoppen, beetje aanduwen en doorrrr. Soms is iemand zich wel bewust van de zware tas op de rug maar durft er niet in te kijken. Maar vaak is de inhoud minder eng als je denkt. Ik bedacht laatst spontaan een mooie metafoor. Ik liet mijn hond ’s avonds laat uit, het was al donker. Ik woon vlakbij een parkje. Vorig jaar woonde ik aan de andere kant van dat zelfde park maar ik durfde daar ’s avonds niet te lopen. Het leek wel een donker woud vol enge beesten en gevaarlijke figuren. Op mijn dapperst liep ik langs de weg langs rand van het park maar meestal koos ik voor een heel andere route. Maar nu woon ik dus aan de andere kant van het park en heb ik ’s avonds niet echt een andere optie. Maar van deze kant is het helemaal niet zo donker en eng. Er staan lantarenpalen en er lopen altijd andere mensen met de hond. Zo is het denk ik ook met therapie. Dat duistere woud in jezelf is misschien helemaal niet zo zwart als je denkt en je hoeft het niet alleen te doen. Misschien brandt er ook wel een lampje als je voorzichtig een paar stappen durft te zetten in dat eerste donker en wordt het steeds lichter naarmate je verder wandelt. Plus je loopt niet alleen…
Ik ben me inmiddels aangemeld bij een nieuwe therapeut die met mij op verkenning wil want ik ben er nog niet. Maar in plaats van met angst, kijk ik eerder met nieuwsgierigheid naar wat er uit de rugzak wordt getoverd. Je wordt er nooit minder van, alleen maar beter en sterker.
Wees liever dan lief voor jezelf