Cappuccino aan zee
Als je mij ziet lopen dan zie je niets bijzonders. Gewoon een 40+ vrouw, redelijk hip (denk ik zelf). Maar als je beter kijkt zie je dat ik niet zo soepel loop. Dat mijn linker been wat trekt. Dat mijn hoofd soms een beetje naar rechts helt en misschien vind je dat ik chagrijnig kijk.
Chagrijnig ben ik gelukkig bijna nooit. Moe wel, misschien zie je dat. Of je ziet mijn zorgen. Over hoe het verder moet. Of het nog weer wat beter wordt dan dit. Of is dit het beste en wordt het vanaf nu steeds slechter? Zal de kanker zich steeds meer een weg door mijn botten en organen vreten? Ontneemt deze kloteziekte mij steeds meer vrijheid en beweeglijkheid? Word ik steeds meer afhankelijk van anderen en eindig ik in een karretje? Of ben ik de uitzondering en kan ik tegen alle verwachting in deze sluipmoordenaar verslaan? Ik ga voor het laatste natuurlijk maar kanker is sneaky. Slim. Het laat zich eventjes tegenhouden door de medicatie maar vindt dan weer een uitweg om vervolgens een feestje te geven op nieuwe plekken in je lichaam en al zijn vrienden uit te nodigen. Zonder dat je het merkt, dat is misschien nog wel het lastigste. Je hebt er geen enkele controle over.
Terwijl ik dit schrijf, zit ik op Ameland bij een strandtent met een cappuccino. Ik kijk naar de eindeloos kabbelende golven in de verte. Een gezin met kleine kindjes op blote voetjes. Een stel met twee grote, enthousiaste honden. Een ouder koppel, hand in hand. Ik wil dat ook…
Het liefst loop ik ook uren over het strand en fiets ik het hele eiland over in plaats van met de auto te gaan en zo dichtbij mogelijk te parkeren. Het is nu even niet anders maar ik ben vastberaden om deze ziekte niet te laten winnen. Dit jaar zal ik braaf naar mijn lichaam luisteren en van achter het raam genieten van de zee, maar volgend jaar zie je mij weer door de branding klotsen!




