Selecteer een pagina

De dag dat alles stil stond

21-9-2020 19.00u. Verbijsterd staar ik naar het plafond. Een eenzame traan rolt over mijn wang. De eerste van vele, vrees ik. Wat is er vandaag in godsnaam allemaal gebeurd? 

Om 9u stap ik de deur uit om ‘even’ een echo van mijn pijnlijke schouder te laten maken in verband met een vermoedelijke slijmbeursontsteking. Ik heb hier al een tijdje last van maar de pijn is erger geworden sinds onze pup Cody achter een kraai aan ging, een flinke ruk aan de riem gaf en daarbij mijn schouder zowat uit de kom trok. De pijn is al zo erg dat ik zelf niet meer kan rijden dus mijn vriendin Therese gaat mee. Ik heb later die dag een sollicitatiegesprek als communicatieadviseur bij Menzis. Iets waar ik al 4 jaar op hoop en de laatste tijd ook echt naartoe heb gewerkt met een loopbaancoach, netwerkgesprekken etc. Maar ik heb zoveel pijn dat ik moet afbellen. Gelukkig reageert de manager met wie ik het gesprek zal hebben heel positief en zegt dat ik maar even moet kijken hoe het gaat en dat we het eventueel later die week kunnen plannen, top!

De echo wordt gemaakt bij gezondheidscentrum Hoendiep in Groningen. Ik zie er tegenop omdat je bij een slijmbeursontsteking een spuit in je schouder krijgt en ik ben niet zo’n held met naalden. Ik ben vrij snel aan de beurt en nog sneller ziet de echo-mevrouw ‘iets afwijkends’ waardoor er ook een röntgenfoto gemaakt moet worden. Ik moet er rekening mee houden dat ik door moet naar het ziekenhuis voor extra onderzoek omdat er misschien sprake van een breuk is. Dat is schrikken natuurlijk als je rekent op ‘slechts’ een slijmbeursontsteking! Het maken van de foto gaat snel maar dan duurt het heel lang voordat er nieuws komt. Na enig aandringen, krijg ik de boodschap dat ik eerst naar huis kan en dat ik binnen 2 dagen door de huisarts gebeld zal worden. Nou… nee, dat gaan we niet doen, vriendin! Ik weet al dat er iets mis is en dat ik misschien door moet naar het ziekenhuis dus laten we dan maar direct doorpakken. Na wat geheimzinnig gedoe krijg ik een dichtgeplakte envelop mee en kunnen we inderdaad door naar de SEH van het Martiniziekenhuis. Op dat moment kan ik niet vermoeden wat mij verder nog allemaal te wachten staat. Het begin van een hels avontuur. En het einde van mijn leven zoals ik dat gewend ben. Het zal nooit meer hetzelfde zijn. Als ik nu terugdenk aan dat moment denk ik, wist ik het toen maar… dan had ik nog…. ja wat dan eigenlijk? Dan had ik nog snel even extra genoten van alles?

Bij het aanmelden op de eerste hulp maakte Therese de brief open en leest wat er in staat. Het is maar goed dat ze de inhoud op dat moment niet met mij deelt want zij haeeft daar het woord lymfoom al gespot en een angstig gevoel bekruipt haar. We nemen plaats in de wachtkamer waar we een leuk gesprek hebben met een jonge vent die een aandoening heeft waardoor hij maar zo ineens botbreuken krijgt. Hij is heel vrolijk en positief en ik heb bewondering voor hem omdat hij zo goed omgaat met zo’n vervelende aandoening.

De eerste diagnose

En dan is het moment daar en mag ik zelf naar de arts. Ze windt er geen doekjes om. Ik heb geen slijmbeursontsteking maar een breuk in mijn bovenarm als gevolg van uitzaaiingen van de borstkanker in 2016. Wat??? Die zag ik niet aankomen! Ik ben totaal verbijsterd. Natuurlijk weet je dat als je eenmaal kanker hebt gehad, er een kansje is dat het ooit terugkomt, maar huh? Dat kan toch niet?  De arts vraagt of ik nog meer klachten heb. Ja, ik heb ook een pijnlijke plek in mijn ribben en ik ben wat kortademig. Maar dat komt omdat ik nodig weer moet sporten maar dat kan dus niet met mijn arm. Er wordt gelijk nog een foto gemaakt van mijn longen en ribben en de uitslag is niet best. Er zit behoorlijk veel vocht achter mijn longen en ik heb niet alleen een gebroken rib maar ook nog een paar aangetaste ribben. Hoe dan??? Ik kan bijna  niet geloven dat dit echt zo is. Wat de fuck gebeurt hier in hemelsnaam?

Vrij snel is duidelijk dat ik moet worden opgenomen. Het vocht moet worden weggehaald met een drain. Een pijnlijke behandeling omdat ze een slangetje in je longvlies aanbrengen. Dit kan grotendeels verdoofd worden maar net niet helemaal. Het longvlies zelf kan niet worden verdoofd en daar moeten ze gewoon doorheen prikken. Geloof me… je wilt niet weten hoe dit voelt. Een lieve verpleegkundige houdt mijn hand vast en praat me er doorheen. Iedereen vindt mij dapper en sterk. Na het aanbrengen van de drain wordt er een plekje voor me gezocht op de verpleegafdeling. Therese is een grote steun de hele dag door. Mijn moeder is al ingelicht en zorgt thuis voor de kids. Die weten nog niet precies hoe en wat. Hoe vertel je je kinderen van 13 en 15 dat je uitzaaiingen hebt op verschillende plekken…. in overleg met hun vader besluiten we even af te wachten tot er meer bekend is.

Tegen 17u mag ik naar de verpleegafdeling. Therese gaat naar mijn huis om Cody op te halen. Hij mag bij haar logeren zo lang ik in het ziekenhuis moet blijven. Het beestje heeft heel wat teweeg gebracht! Even leek Cody de dader, alsof hij mijn arm heeft  gebroken. Maar in wezen is hij mijn reddende engel geweest. Want wie weet hoe lang ik anders nog met deze klachten had doorgelopen? Ben ik nou zo’n bikkel of ben ik nou zo dom, vraag ik mij af? Beide een beetje misschien. Ik had eerder aan de bel moeten trekken. Nu je het weet, lijkt het zo logisch. Maar ik had het niet door, echt niet.

Daar lig je dan

En daar lig je dan, in een ziekenhuisbed op een kamer met 3 andere mensen. Totaal verbijsterd. Veel tijd om na te denken heb ik niet. Naast de drain krijg ik nog wat meer slangetjes. Zuurstof om het mijn longen wat makkelijker te maken, een infuus met vocht en een katheter omdat ik in bed moet blijven. Dat is wat mij zelf nog het meeste verbaast, dat ik vanmorgen als fitte vrouw mijn huis verlaat, gisteren nog een uur met mijn hond heb gelopen en nu ineens ‘patiënt’ ben en aan bed gekluisterd lig. Mijn moeder komt met Stef langs. Die arme jongen schrikt zich te pletter wanneer hij mij zo ziet liggen. Ik kan niet eens meer zelf eten want mijn rechterarm is immers gebroken en in de linker zit een infuus waardoor ik hem niet kan buigen. Ik herinner me nog goed hoe hulpeloos ik me op dat moment voelde. En ik ben zo’n ik-wil-alles-zelf-doen-type hè? Vreselijk als je dan gevoerd moet worden door je moeder!

Oma brengt Stef naar zijn vader in Roden en ik blijf alleen achter. Maar gelukkig krijg ik een eenpersoonskamer. Twee verpleegkundigen komen mij ophalen. Ze willen het bed wegrijden maar dat lukt niet, het zit vast. Zegt de ene: trek jij de stekker er uit? Dus ik: Nou zeg, zo erg is het toch nog niet dat jullie de stekker er nu al uit trekken! Zij lachen en ook wel verbaasd dat ik er ondanks alles toch nog even een flauwe grap uit weet te krijgen. Maar dat is juist wat mij op de been houdt, dat zal de komende dagen ook blijken. Hoe erg het ook is, het heeft geen zin om depressief met je hoofd onder de dekens te gaan liggen huilen. Die momenten heb ik heus ook wel, maar niet vaak gelukkig. ’s Avonds kijk ik wat tv en probeer te bevatten wat er allemaal gebeurt. Ik krijg morfine voor de pijn en daar word ik lekker suf van. ’s Nachts word ik wakker en zie het tv scherm hangen en mijn iPad die op het tafeltje staat en ik denk: woowwww, te gek hier met al die schermen, het lijkt wel een spaceship. Lang leve de morfine haha!